BGH-besluit X ZR 7122 Aansprakelijkheid van bouwondernemers verduidelijkt

Besluit X ZR 7122 betekenis voor octrooirecht

Belangrijke beslissing over aansprakelijkheid bij bouwcontracten

Belangrijke beslissing over aansprakelijkheid bij bouwcontracten

In een belangrijke beslissing heeft de Hoge Raad op 27 augustus 2024 in de zaak X ZR 71/22 geoordeeld. Het gaat om de aansprakelijkheid van aannemers voor gebreken aan bouwwerken die zich tijdens de garantietermijn voordoen. De beslissing is van bijzonder belang voor zowel opdrachtgevers als aannemers, aangezien zij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het geleverde werk verduidelijkt.

Volgens de rechters van de Hoge Raad zijn aannemers verplicht de overeengekomen prestaties in een gebrekvrije staat te leveren. Bij gebreken die zich binnen de garantietermijn voordoen, moeten zij verantwoordelijk zijn voor de oplossing. Deze verantwoordelijkheid omvat zowel grove als lichte nalatigheid. Een aannemer kan zich niet aan deze verplichting onttrekken door te betogen dat het gebrek buiten zijn invloedssfeer lag.

In de onderhavige beslissing stelt de Hoge Raad dat een contractuele regeling die de aansprakelijkheid van aannemers voor bepaalde gebreken uitsluit, in veel gevallen niet effectief is. De rechters benadrukken dat dergelijke clausules in strijd kunnen zijn met de eis van transparantie en daarom ongeldig zijn. Daardoor versterken zij de positie van de bouwheren, die bij gebreken niet alleen gelaten mogen worden.

De zaak die tot de beslissing leidde, betrof een bouwbedrijf dat ondanks slechte materialen en onvolmaakte uitvoering aan het werk was. De BGH maakte duidelijk dat de aannemers de verplichting hebben om de noodzakelijke maatregelen voor kwaliteitscontrole en -garantie te treffen. Dit standpunt heeft verstrekkende implicaties voor de sector, aangezien het de markt voor bouwdiensten zal beïnvloeden. Hierdoor worden bedrijven aangespoord om zich vaker bezig te houden met de voorwaarden en vereisten van hun opdrachten, om mogelijke gebreken tijdig te onderkennen.

Experts zien in dit vonnis een duidelijke aanwijzing dat de rechtbanken een strikte lijn zullen aanhouden als het gaat om contractbreuken in de bouwsector. Er wordt verwacht dat dit zal leiden tot een grotere bewustwording van de kwaliteit van de bouwuitvoeringen. De beslissing markeert een volgende stap in de juridische strijd om de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid in de bouwsector.

Samenvattend kan worden gesteld dat de BGH met zijn beslissing duidelijke richtlijnen heeft vastgesteld voor de aansprakelijkheid van aannemers.Deze richtlijnen zouden niet alleen de huidige praktijk in de bouwsector kunnen beïnvloeden, maar ook toekomstige contractonderhandelingen en verzekeringskwesties op dit gebied aanzienlijk kunnen vormgeven.

Auteur: Anita Faake, vrijdag 13 september 2024

13.09.2024