BGH-uitspraak IV ZB 2123 Arbitrage versterken effectiviteit en onafhankelijkheid

IV ZB 2123 beslissing van 25-09-2024 gepubliceerd

Arrest van de BGH in IV ZB 21/23

Rechtbank bevestigt het belang van arbitrage

In een baanbrekende beslissing van 25 september 2024 heeft het Bundesgerichtshof (BGH) in de procedure met zaaknummer IV ZB 21/23 fundamentele vragen over de geschiktheid van arbitrage-instellingen en hun bindendheid in geschillen behandeld. Dit arrest kan ingrijpende gevolgen hebben voor toekomstige geschillen die buiten de reguliere rechtbanken moeten worden opgelost.

De rechtbank stelde vast dat arbitrageovereenkomsten ook effectief zijn als een partij niet kan of wil deelnemen aan de arbitrageprocedures. Dit betekent dat de door de partijen gemaakte afspraak om een geschil door een arbitrage-instelling te laten oplossen, over het algemeen ook kan worden afgedwongen als een partij niet meewerkt. Deskundigen beschouwden deze beslissing als een versterkt vertrouwen in arbitrage, die vaak wordt gezien als een efficiënte alternatieve voor de overbelaste civiele rechtbanken.

Bij de uitspraak werd bijzonder de noodzaak benadrukt om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de arbiter te waarborgen. De BGH benadrukte dat de neutraliteit van de arbiters cruciaal is voor de acceptatie van arbitrageprocedures. Een gebrek aan onafhankelijkheid zou kunnen leiden tot twijfels over de bindendheid van het arbitrale vonnis, wat op zijn beurt de gehele arbitrage-structuur zou bedreigen. Advocaten en juristen gaven aan dat deze verduidelijking van groot belang is voor de juridische praktijk.

Het arrest leidde ook tot een discussie over transparantie in arbitrageprocedures. Sommige critici merkten op dat de vertrouwelijkheid die vaak met arbitrage wordt geassocieerd, potentieel kan leiden tot verborgen problematische praktijken.Toch betoogden voorstanders dat deze vertrouwelijkheid noodzakelijk is om economische belangen te beschermen en een open discussie tussen de partijen mogelijk te maken.

Op Europees niveau is het onderwerp van groeiende relevantie, aangezien steeds meer bedrijven en individuen kiezen voor arbitrage om geschillen efficiënt op te lossen. De uitspraak van de BGH versterkt de positie van Duitsland als een aantrekkelijke locatie voor dergelijke procedures, wat mogelijk ook internationale gevolgen kan hebben.

Het besluit van de BGH over procedure IV ZB 21/23 onderstreept daarmee de sleutelrol die arbitrage speelt in de huidige rechtspraak en zendt duidelijke signalen naar alle actoren in het bedrijfsleven die in de toekomst wellicht voor deze geschillenbeslechtingsweg zullen kiezen.

Auteur: Anita Faake, woensdag 6 november 2024

06.11.2024