BGH-uitspraak X ZR 7122 richtlijnen voor de octrooieerbaarheid van software

Besluit X ZR 7122 Duidelijkheid in octrooirecht

Belangrijke beslissing over de toelaatbaarheid van patenten

Belangrijke beslissing over de toelaatbaarheid van patenten

In een baanbrekende beslissing heeft het Bundesgerichtshof (BGH) op 27 augustus 2024 in de procedure met nummer X ZR 71/22 duidelijkheid verstrekt over het onderwerp van de patenttoelating. De beslissing behandelt de vraag in hoeverre patenten op uitvindingen die door computerprogramma's worden ondersteund, juridisch houdbaar zijn.

De zaak die voor het BGH werd behandeld, draaide om de indiening van een patent dat een nieuw en innovatief methoden voor gegevensverwerking beschrijft. De aanvrager had de uitvinding als innovatief en daadwerkelijk nieuw geclassificeerd. Het hoger beroep had eerder besloten dat het aangevraagde patent op grond van een gebrek aan uitvindershoogte niet rechtmatig was. Het BGH vernietigde echter dit vonnis en stelde vast dat de uitvinding zeker als patentwaardig kan worden beschouwd, zolang de technische kenmerken van de methode duidelijk zijn gedefinieerd.

Het BGH maakte duidelijk dat computerprogramma's niet per se uitgesloten zijn van patentbaarheid. Er moet echter worden aangetoond dat de betreffende uitvinding een technische werking bereikt.In zijn uitspraak verwees de rechtbank naar eerdere beslissingen waarin de definitie van uitvindingen met een "technisch karakter" al was behandeld. Het is van cruciaal belang te onderzoeken of een technische taak wordt opgelost en of de oplossing verder gaat dan de stand van de techniek.

De beslissing zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de software- en gegevensverwerkingssector. Deskundigen verwachten dat bedrijven die innovatieve softwareoplossingen ontwikkelen, nu meer op patenten kunnen gaan vertrouwen om hun uitvindingen juridisch te beschermen. Dit zou bijzonder relevant kunnen zijn voor start-ups die afhankelijk zijn van hun technologie om zich te kunnen positioneren in de concurrentie.

De reacties op de uitspraak waren gemengd. Terwijl sommige vakgenoten de beslissing als een positieve stap in de richting van een sterkere bescherming van software-uitvindingen beschouwden, uitten anderen bezorgdheid dat dit zou kunnen leiden tot een toename van patentgeschillen. Er werd betoogd dat de interpretatie van de BGH mogelijk enkele gebieden van softwareontwikkeling onnodig octrooieerbaar zou kunnen maken, wat de innovatiedruk op de ontwikkelaars zou verhogen.

Tot slot kan worden gesteld dat de beslissing van de BGH een belangrijke stap vormt in de discussie over de octrooieerbaarheid van software. De uitspraak legt de basis voor toekomstige procedures en zou ertoe kunnen leiden dat bedrijven vaker proberen hun technologische prestaties door patenten te beschermen.

Auteur: Anita Faake, vrijdag 13 september 2024

13.09.2024